Skip to content

Ectopische ureteren bij Labrador retrievers
Tekst: Ane Harder (student diergeneeskunde) en Dr. Anne Kummeling (specialist chirurgie)

Wat is een ectopische ureter?

De ureter is een urineleider die de urine vervoert vanaf de nier naar de blaas. In de blaas wordt de urine opgeslagen, totdat de blaas zo vol is dat de hond aandrang tot urineren krijgt. Wanneer de hond plast, wordt de urine vanuit de blaas via de urethra plasbuis) naar buiten vervoerd, door de penis of de vagina.

Bij het ziektebeeld van ectopische ureteren is er in de ontwikkeling iets misgegaan in de aanleg van de ureter naar de blaas. De ureter mondt op een abnormale locatie uit. Dit kan op een abnormale positie in de blaas – zelf zijn (te ver naar achteren), of verder naar achteren, waarbij de ureter rechtstreeks in de plasbuis (urethra) uitmondt ter hoogte van de sluitspier van de blaas (deze ligt rond het eerste deel van de plasbuis), de prostaat (bij een reu) of zelfs bijna bij de vagina (bij de teef). In sommige gevallen zijn er nog andere ontwikkelingsstoornissen aanwezig, bijvoorbeeld dat er slechts 1 nier tot ontwikkeling is gekomen. Ook zien we bij heel veel honden met een ectopische ureter dat de sluitspier van de blaas niet goed is aangelegd.

In bovenstaand figuur zijn verschillende vormen van een ectopische ureter afgebeeld.

  • A: is een gezonde situatie: allebei de ureteren monden op de normale locatie uit in de blaas.
  • B: een enkelzijdige ureter die te ver naar achter doorloopt door de blaaswand en uitmondt in de plasbuis.
  • C: een enkelzijdige ureter die buiten de blaas om te ver naar achter doorloopt en direct in de plasbuis (urethra) uitmondt.
  • D: beide ureteren lopen te ver naar achter en monden direct in de plasbuis uit.

Diagnose

Honden met deze aandoening kunnen verschijnselen vertonen van onbedoeld urineverlies (incontinentie). Dit kan onder andere gebeuren tijdens slaap. Ook hebben ze vaak een verhoogde gevoeligheid voor blaasinfecties. In sommige gevallen kan de urine niet goed afgevoerd worden vanuit de nier naar de blaas, waardoor er urinestuwing optreedt in de nier en deze vergroot kan worden en beschadigd raken.

Overigens, niet alle dieren hebben klachten: het is mogelijk dat er een ectopie gezien wordt zonder dat de hond urineverlies of urineweginfecties vertoont. In sommige gevallen treedt incontinentie pas op nadat de honden zijn gecastreerd, waarschijnlijk omdat door de castratie de sluitspier iets minder krachtig gaat werken.

De diagnose ectopische ureteren wordt gesteld op basis van echografisch onderzoek. Tijdens deze echo krijgen de dieren medicatie toegediend waardoor ze tijdelijk meer urine aanmaken. Met deze sterkere urineproductie kan met een speciale techniek (Doppler echo) de urinestroom goed in beeld worden gebracht. Hiermee kan worden gezien waar de ureteren inmonden in de blaas en de richting van de urinestraal. Echografisch onderzoek wordt ook ingezet voor screening van pups of fokdieren.

In complexe gevallen geeft echografie soms niet voldoende uitsluitsel en kan bij teven de diagnose gesteld worden middels een endoscopie van de plasbuis en blaas (kijkoperatie via de plasopening). Met deze kijkoperatie wordt een camera via de plasbuis opgevoerd om te kijken waar de ureteren vanuit de nieren uitmonden.

Therapie

De therapie voor ectopische ureteren bestaat uit chirurgische correctie van de abnormaal gepositioneerde ureter. Er zijn verschillende technieken voor de correctie, zoals een correctie via een blaasoperatie of via een laserbehandeling met behulp van endoscopie (alleen mogelijk bij een teef). Afhankelijk van het soort ectopie en na overleg met de eigenaar over alle voor- en nadelen, wordt een keuze gemaakt die het beste past bij de hond. Bij 50-75% van de honden slaagt de operatie: de incontinentie en blaasontstekingsklachten nemen af en kunnen volledig verdwijnen. Het succes is voor een belangrijk deel afhankelijk van de werking van de blaassluitspier na de operatie.

Erfelijkheid

Binnen sommige hondenrassen komt ectopie vaker voor dan bij andere hondenrassen. Labrador Retrievers vallen onder een van deze rassen waar de aandoening vaker lijkt voor te komen. Voorbeelden van andere rassen zijn Golden retrievers, Briards, Entlebucher sennen, Berner sennen en border collies. Wanneer binnen een ras een verhoogde frequentie van voorkomen is van een aandoening is er sprake van een erfelijke oorzaak. De exacte overerving is waarschijnlijk complex, waarbij meerdere genetische mutaties bijdragen aan het ontstaan van de aandoening.

Onderzoek

Bij het Expertisecentrum Genetica van het Universitair Dierenziekenhuis in Utrecht wordt genetisch onderzoek gedaan naar ectopische ureteren bij de Labrador retriever, met het doel een DNA-test te ontwikkelen die ingezet kan worden in de fokkerij. Ook kunnen (fok)dieren gescreend worden op deze aandoening middels echografie in het Universitair Dierenziekenhuis.

Meehelpen aan het onderzoek

Voor dit onderzoek heeft het Expertisecentrum Genetica Diergeneeskunde bloedmonsters nodig van honden die gediagnosticeerd zijn met ectopische ureteren en van honden waarbij onomstotelijk is vastgesteld dat ze een normaal verloop van de urinewegen hebben. Mocht u uw hond willen aanmelden voor dit onderzoek, stuur dan een e-mail naar . Het onderzoek wordt ondersteund door Stichting Vrienden Diergeneeskunde; een gezonde toekomst voor Labradors (vriendendiergeneeskunde.nl).

Back To Top