De Labrador als jachthond
Labrador Retrievers zijn speciaal gefokt om te apporteren: het geschoten wild op te halen en naar de(voor)jager te brengen.
Daardoor is hij erg actief en werkt hij graag. Door zijn goede neus en zijn enorme uithoudingsvermogen is de hond perfect als apporteerhond. Dat doen ze zowel op het land als in het water. Eenden en ganzen worden met zachte bek uit het water geapporteerd.
Zijn aangeboren ‘will to please’, dus de wens om bij zijn eigenaar in de smaak te vallen, maken van hem een erg gehoorzame hond en hij is daardoor goed te trainen en kan hij zich snel ontwikkelen. U moet wel consequent zijn. Labradors worden geestelijk en lichamelijk pas laat volwassen, gemiddeld vanaf drie à vier jaar.
Als u voor een labrador als gezinshond kiest, moet u dus niet vergeten dat de Labrador Retriever eigenlijk een gebruikshond is en dus ook taken en bezigheden nodig heeft. In de jacht(training) komen zijn kwaliteiten het meest tot zijn recht en heeft de hond zichtbaar plezier.
De NLV heeft in haar doelstelling staan; het ras als jachthond in stand te houden.
De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door het bevorderen van de africhting als jachthond, -het (doen) organiseren van apporteer- en veldwedstrijden, jachtpraktijkdagen, jachthondenproeven, workingtests en clubdiplomadagen.